Houding na de zwangerschap
Tijdens de zwangerschap past je lichaam haar houding aan. Dat is functioneel. Je zwaartepunt veranderd immers. Anders zou je voorover kukelen. Na de zwangerschap veranderd de houding opnieuw. Het zwaartepunt ligt weer meer in het midden (dat lag eerst bij je navel). Om rug- en bekkenklachten te voorkomen door tillen van je kindje en de dagelijkse bezigheden kan je de volgende dingen doen:
Check je houding bij zitten, staan, bewegen, verschonen van je kind, kind in de wieg leggen en het geven van voeding.
Bij een staande houding check je bij jezelf:
- Sta op heupbreedte of iets breder dan heupbreedte. Van de heupbotten trek je een rechte lijn naar beneden. Ga met je gewicht op beide voeten staan. Zwaartepunt in het midden.
- Knieën zijn bijna gestrekt (uit het slot, ze kunnen nog wiebelen).
Billen kun je samenknijpen, maar doe je niet! Dus de knieën
zodanig strekken dat de billen aangespannen kunnen worden maar ontspannen blijven. - Rug is verlengd en gestrekt, lichte holling in de onderrug. Dit is de natuurlijke kromming van de wervelkolom.
- Borst op, schouders laag, nek in het verlengde van de wervelkolom en trek je kin iets in.
- Navel intrekken. Licht aanspannen van de buikspieren hoeft alleen maar wanneer je kracht moet leveren. Bijvoorbeeld wanneer je iets optilt. Verder lekker loslaten hangen die buik.
Op momenten dat je gedurende de dag geen oefeningen doet of andere inspanningen levert, mag je zowel buikspieren als bekkenbodemspieren ontspannen houden (loslaten).